‘Ik vond hier een thuis bij een Nederlands gezin. Ik was er altijd welkom. Daar kon ik weer even kind zijn, en spelen zoals ik eigenlijk nooit echt had kunnen doen. Ik hoefde even niet te zorgen voor mijn broertjes. Ik leerde hoe een vader en moeder met elkaar omgaan. Hoe een gezin samenleeft. Ze deden gewoon hun ding, terwijl ik er was en meekeek. Een zegen van God.'
Cali vertelt ons over zijn leven net nadat hij in Nederland kwam. Als puber gevlucht vanuit Angola, met zijn twee jongere broertjes. Hij deelt over de eenzaamheid die hij voelde in een land waar voor jou eigenlijk niets (meer) normaal is. Hij vertelt ook over het Nederlandse gezin dat God op zijn pad bracht. Een doodgewoon Nederlands gezin. Ze kozen ervoor om gastvrij te zijn. Cali mocht binnenlopen wanneer hij wilde, en hij keek een beetje mee. Niks meer, niks minder. Het was alles wat hij nodig had.
Wat een zegen, als jíj dat gezin kunt zijn. Het verschil kunt maken in het leven van iemand die eenzaam is. Dat begint vaak klein: help die zoekende vluchteling eens, in de supermarkt. Begroet die Eritrese jongen in jouw straat. Hij is eenzaam, en alleen. Of die nieuwe buurvrouw, die de taal niet spreekt. Bak die cake en breng het gewoon eens langs. Het hoeft écht niet meteen groots. Het kost nauwelijks tijd. Iets weggeven kun je doen zonder woorden te (hoeven) spreken. Daden van liefde die de wereld nodig heeft. Én, veel belangrijker: daden die het Evangelie handen en voeten geven. Jezus geeft, om níet, aan ieder die in Hem gelooft. Zouden wij dan niet doorgeven wat we van Hem ontvangen?
In Elspeet woont sinds kort een vluchtelinggezin. Ze hebben zeven kinderen. Mevrouw wil leren fietsen, las ik in een oproepje. En ze zouden graag eens bij Elspeters komen eten, om te leren over Nederland, en onze cultuur. Ik ga er maar eens langs. En geloof me: stiekem zit dat lood dan ook een beetje in míjn schoenen. Maar ik ga, met de woorden van Cali in mijn achterhoofd. In de stilte van mijn werkplek hoor ik nog andere woorden. Een mooie aanvulling op de lessen van Cali: ‘Voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’ (Matth. 25:40)