Alies4.jpg

Alies Koetsier, jurist op het zendingsveld

Dat ik bij Gave werk is al een wonder op zich. Toen ik in mijn middelbare schooltijd op de Fruytier zat was Gave jaarlijks met een aantal medewerkers op school om jongeren enthousiast te krijgen voor de jongerenkampen. Ik liep er altijd met een grote boog omheen en had liever zo min mogelijk met 'die club' te maken... 

Maar het liep anders.  

Nadat ik mijn studie rechten had afgerond was ik op zoek naar een leuke baan waarin ik mijn juridische vaardigheden kwijt kon. Die zoektocht bleek ingewikkeld. Ik besloot een juridisch adviesbureau op te zetten zodat ik in ieder geval iets te doen had. Tegelijk vroeg ik me steeds vaker af of ik vooral m’n eigen weg aan het zoeken was of de weg van God. In die periode wees een vriendin me op een advertentie van Gave, waarin gevraagd werd om een jurist. Alle sollicitatievoorwaarden pasten perfect bij datgene wat ik zocht. Maar het was wel een baan zonder vast salaris…

Toen ik zag dat ik van giften moest leven, dacht ik direct: daar begin ik niet aan. Dit is niets voor mij. Ik wil gewoon iedere maand de zekerheid van een vast salaris. Toch wist ik diep van binnen dat ik het moest doen. Dat werd binnen een dag al duidelijk. Ik moest erop leren vertrouwen dat God voor mij zou zorgen. En dat deed Hij. Van alle kanten boden mensen zich aan om Alies te helpen bij het opzetten van een kring mensen die haar maandelijks zou gaan ondersteunen. Best bijzonder, want ik kom uit een kerkelijk milieu waarin deze manier van leven niet gebruikelijk was. Ik heb in de achterliggende jaren altijd genoeg gehad.

Analyseren
Bijna alle dossiers die ik behandel zijn van christelijke vluchtelingen die een negatief voornemen hebben gekregen van IND. Deze dossiers komen bij Gave terecht wanneer de advocaat vermoedt dat er iets misgaat in de beoordeling van de bekering door IND. Ik pluis die dossiers helemaal uit. Ik hou van analyseren en dat is precies wat ik de hele dag doe.

Als ik een dossier doorwerk kijk ik naar twee zaken: 1. waarom wijst de IND deze asielzoeker af, en 2. zijn de verklaringen van de asielzoeker voldoende duidelijk of vertelt hij of zij te weinig? Deze twee zaken vormen de hoofdlijnen van ons onderzoek. Ik zie vaak dat de IND afwijst zonder goede inhoudelijke motivatie. Ze oordeelt bijvoorbeeld dat een asielzoeker te weinig Bijbelkennis heeft, maar vertelt niet waarom de gedeelde kennis onvoldoende is en wanneer het dan wél voldoende was geweest. Ik wil inhoudelijke argumenten zien bij een afwijzing; dat is trouwens ook gewoon wat de wet voorschrijft; zonder goede inhoudeiljke motivatie mag een asielzoeker helemaal niet afgewezen worden. Vervolgens kijk ik dus ook naar de verklaringen van de asielzoeker. Meestal zijn die voldoende duidelijk en geloofwaardig, maar echt niet altijd. Ook dat geven we eerlijk aan. Onze conclusies zetten we uiteen in een expertiserapport. Dit rapport wordt door de advocaat ingebracht in de procedure, waarna de IND en/of de rechtbank het rapport inhoudelijk moet meewegen voor het (nieuwe) besluit.  

Als ik later een positief bericht ontvang van de advocaat -de asielzoeker heeft status gekregen- voelt het écht alsof we de hoofdprijs hebben gewonnen: ‘Voor zover u dit voor een van deze mijn minste broeders gedaan hebt, hebt u het voor Mij gedaan’. Je moet klein denken; iedere asielzoeker is het waard om voor te vechten. Elk leven telt.

“Ik ben een schakel in Gods werk met mensen”
– Alies Koetsier, jurist bij Gave

Schakel
De vluchtelingen voor wie ik werk verricht, ken ik alleen 'op papier'. Het is niet de bedoeling dat ik een persoonlijke band met hen aanga, om belangenverstrengeling te voorkomen. Wel probeer ik op andere manieren in contact te komen met vluchtelingen, bijvoorbeeld door als leider mee te gaan met de jongerenkampen die Gave organiseert. Geweldige weken die me aansporen en bemoedigen in het werk dat ik doe. Ik heb de afgelopen jaren ook verschillende vluchtelingen ontmoet die mede dankzij de inzet van ons juridisch team van Gave status hadden gekregen. Wat me altijd opvalt is dat ze er vaak heel diep van bewust zijn dat het niet ons, maar Gods werk is geweest dat ze status hebben gekregen. God kreeg alle eer, wij zijn maar een schakel in Zijn werk met mensen.”

Uniek
Ik heb geen moment spijt gehad van mijn stap. Ik kwam -geroepen door God- bij Gave terwijl ik niets met vluchtelingen had. Ik moest van Hem iets gaan doen wat ik niet wilde en in mijn beleving ook helemaal niet kon. Het voelde soms alsof ik een stuk marmer was, waarop gebikt werd. Maar het werk kreeg al snel mijn hart. Nu doe ik wat ik het liefste wil: christenasielzoekers -soms na jaren van onzekerheid- weer op hun benen zetten en een nieuwe toekomst geven. Een jurist op het zendingsveld. Dat is toch uniek?”

Wie ben ik?